11 februari 2024

AIVD heeft permanent onderhoud in relatie met politie verwaarloosd

 

AIVD verwaarloosde relatie met politie 

Centrale aansturing weer dringend noodzakelijk

De AIVD heeft in zijn relatie met de politie kennelijk geen, of onvoldoende, (permanent) onderhoud gepleegd. Dit lees ik in een rapport van de CTIVD [1], waarin de (aan-)sturing van en controle op de ID’en van de politie door de AIVD kritisch tegen het licht wordt gehouden. Belangwekkend is de conclusie dat de combinatie van versnipperde verantwoordelijkheid met het gebrek aan gestructureerde vastlegging alsmede een gemis aan professionele begeleiding van managers, te kort schiet.

Bureau Hermandad

Deze conclusies verbazen mij ten zeerste omdat ik in de jaren ’90 van de vorige eeuw mede aan de wieg stond van het BVD-bureau met de naam Hermandad; een bureau dat de dienstbrede communicatie tussen BVD-teams en de politie over uit te voeren werkzaamheden en de controle daarop coördineerde. Een complexe relatie als die tussen AIVD en politie verdient,  zoals lang geleden afgesproken, voldoende en permanent onderhoud. Het Bureau Hermandad van de BVD voorzag daar in.

Onvoldoende controle door AIVD

Inlichtingendiensten van de politie hebben onderzoek gedaan naar specifieke bevolkingsgroepen in Nederland, terwijl dat wettelijk niet mag. Dat het toch gebeurde, komt doordat er door de AIVD onvoldoende zicht en controle is op het doen en laten van de politie inlichtingendiensten. Dat is een conclusie van de nationale toezichthouder op de inlichtingendiensten, de CTIVD. De inlichtingendiensten van de politie doen maar wat. Zo registreren zij bijzondere persoonsgegevens, zoals ras of godsdienst, zonder te kunnen onderbouwen waarom ze dit doen. Effectieve sturing op de inlichtingendiensten door de AIVD is nodig en zelfs wettelijk vereist; maar hier laat de AIVD steken vallen. Hierdoor zijn risico’s op onrechtmatigheden of onzorgvuldigheden ontstaan.

In die jaren ’90 werd de sfeer in de relaties tussen (toen nog) BVD-personeelsleden en de inlichtingenmedewerkers van de ID’en door intensief relatiebeheer steeds beter. Er was onderling afgesproken dat deze niet zo voor de hand liggende relatie (reactieve politie versus proactieve inlichtingenmedewerkers) permanent onderhoud nodig zou hebben. Het verbaast overigens er (pas nu) in februari 2024 een kritisch rapport verschijnt waarin het belang van adequate sturing van en controle op de ID’en van de politie door de AIVD wordt benadrukt.





Wel beleid, geen uitvoering

Verbaasd, omdat ik een verslechtering in de gecontroleerde aansturing door de AIVD eerder had verwacht. Door steeds veranderende operationele taakstellingen en de daarbij behorende werkwijzen van AIVD-teams, alsmede door gebrek aan professionele begeleiding van managers die op het terrein 'samenwerking met politie' over onvoldoende wetsgeschiedenis beschikken, kunnen eenvoudig onrechtmatigheden of onzorgvuldigheden ontstaan. Uit het twee jaar durend CTIVD-onderzoek blijkt dat, ondanks dat er door de AIVD veel aandacht is besteed aan het op orde krijgen van het beleid, verdere verbeteringen noodzakelijk blijven.

In de jaren voor 2022 heeft de AIVD met name ingezet op sturing van de ID’en door middel van de jaarplannen van de ID’en en de halfjaarlijkse evaluatie daarvan. Maar met uitsluitend sturen op jaarplannen is het vereiste leidinggeven tekortgeschoten. Het is immers ook nodig zicht te houden op de feitelijke uitvoering van de taken door de ID’en. Dat toezicht is bij de AIVD te gefragmenteerd belegd. De combinatie van de versnipperde verantwoordelijkheid met het gebrek aan gestructureerde vastlegging, maakt dat de CTIVD concludeert dat er onvoldoende voorzieningen zijn getroffen waarmee grip kan worden gehouden op de verwerking van gegevens door de ID’en.

“De CTIVD merkt hierbij op dat sturing van de ID’en door de AIVD niet uitsluitend ziet op de gewenste bekendheid met processen, opleiding en cultuur van de medewerkers van de ID. Het ziet ook op het monitoren van de beschikbare capaciteit, bevoegdheden en expertise van de betrokken ID’en in verhouding tot de (regionale) onderzoeken die zij uitvoeren”.

Gefragmenteerd toezicht

Resulterend kom ik tot de conclusie dat goede menselijke, collegiale verhoudingen tussen personeelsleden van de AIVD en de ID’en bij de politie op werkniveau alleen niet voldoende zijn. Leidinggevenden van de AIVD moeten voldoende zicht houden en controle uitoefenen op het doen en laten van de regionale inlichtingendiensten. Dat toezicht is thans niet erg geordend. De combinatie van de versnipperde verantwoordelijkheid met het gebrek aan gestructureerde vastlegging roept om een dienstbrede controle en hiërarchisch geregisseerde aansturing.

De instelling van een gemoderniseerde versie van een Bureau Hermandad, zoals die enkele decennia geleden prima voldeed, blijkt opnieuw geen overbodige luxe.

Geen opmerkingen:

Politiek leiders geen baas over inlichtingendiensten

  Politiek leiders geen baas over inlichtingendiensten Hoofdlijnenakkoord kabinet wil  nieuwe veiligheidsorganisatie Het werk van de Neder...