Posts tonen met het label Minister-president. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Minister-president. Alle posts tonen

30 mei 2024

Politiek leiders geen baas over inlichtingendiensten

 

Politiek leiders geen baas over inlichtingendiensten

Hoofdlijnenakkoord kabinet wil nieuwe veiligheidsorganisatie

Het werk van de Nederlandse inlichtingendiensten AIVD en MIVD wordt in een Geïntegreerde Aanwijzing (GA) gedeeltelijk bepaald door enkele ministers van het kabinet, zo schrijft oud-AIVD’er Hugo Vijver in NRC van dinsdag 28 mei 2024.


Die ministers zijn de Minister-President Dick Schoof, de Minister van BZK en de Minister van Defensie. Waar nodig worden ook de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid betrokken bij de totstandkoming van de GA.

Vervolgens wil Vijver in zijn betoog ons zeer onterecht doen geloven dat ook politieke partijen – hij noemde expliciet de PVV - de geheime diensten zullen gebruiken voor hun eigen politieke agenda. Hij staaft zijn boude bewering met voorbeelden uit landen als Griekenland en Oostenrijk; landen die godzijdank in de verste verten niet lijken op Nederland en zijn parlementaire stelsel. Veiligheidsdiensten uit die landen kunnen zelfstandiger en met minder onafhankelijk toezicht opereren dan de Nederlandse diensten.

De opmerking van Vijver dat premier Dick Schoof naar voren is geschoven door de heer Wilders van de PVV is een pertinente onwaarheid zoals door de kersverse Minister-President tijdens zijn eerste persconferentie meermalen werd benadrukt. "Ik ben niet de PVV-premier, ik ben gevraagd door vier partijen", hieraan toevoegend dat er maar één premier is. Dit mediaoptreden geeft het gezag en de macht van Schoof goed weer en laat ook zien dat hij het werk van de AIVD en MIVD bepaalt en dat niet overlaat aan politiek leiders.


Daarnaast mis ik in het betoog van Vijver de weerbaarheid en weerbarstigheid van de ministers van BZK en Defensie, alsof zij hun diensten AIVD en MIVD zomaar zouden laten werken voor een willekeurige politiek leider. Beide Ministers behouden bovendien zelf de ruimte om deze diensten aanvullend opdrachten te verstrekken De Geïntegreerde Aanwijzing is zeker niet heilig of onbreekbaar, maar diensten werken niet voor individuele ministers, laat staan voor leiders van politieke partijen.

Hoofdlijnenakkoord kabinet wil nieuwe veiligheidsorganisatie

Zorgwekkend is een door Yeşilgöz en Schoof (J&V) langer gekoesterde wens te komen tot een (derde?) Nederlandse veiligheidsorganisatie. Dit blijkt uit de opmerking in het hoofdlijnenakkoord over een gewenst onderzoek naar een veiligheidsorganisatie met taken en bevoegdheden als de Direction générale de la Sécurité intérieure (DGSI) in Frankrijk of de Amerikaanse FBI. De Nationale Extremismestrategie van de NCTV richt zich specifiek op het beschermen van de democratische rechtsorde en het bestrijden van uitwassen van extremisme.

"Komt er een derde inlichtingendienst?"

Zo’n nieuwe gemengde inlichtingen- en opsporingsdienst kan zorgwekkend zijn voor het voortbestaan van de AIVD en MIVD in de huidige vorm. Maar zoals Schoof zei in ‘de Groene’ van 6 maart 2024: "Er zijn allerlei ontwikkelingen in en buiten onze samenleving waar we ons aan moeten aanpassen”.

In dit licht bezien bestaat de kans dat de NCTV een gemengde veiligheidsdienst kan worden met civiele ambtenaren en met personeel met politionele (opsporings-) bevoegdheden. Welke gevolgen dit heeft voor de AIVD, kan alleen hun oud-chef en huidig Minister-President Schoof beantwoorden.

Al met al een gevaarlijke ontwikkeling. Tot nu toe zijn Nederlandse veiligheidsdiensten  en ook de Britse en Duitse, veiligheidsdienst zonder executieve (politie) bevoegdheden. Dat betekent dat er een strikte scheiding is tussen veiligheidsdiensten en politiediensten met executieve (politie)bevoegdheden.

In het oude West-Duitsland werd deze scheiding aangebracht omdat er beslist geen nieuwe Gestapo mocht komen.

Trennungsgebot

De Duitse veiligheidsdienst (BfV) kreeg - net als het Britse MI5 - geen executieve bevoegdheden. De Duitse scheiding van de diensten staat bekend als het Trennungsgebot, waarmee ook de Nederlandse autoriteiten mee uit de voeten konden.

Dreigt hier nu een hellend vlak te ontstaan? Onze nieuwe premier Dick Schoof zei immers al: "Er zijn allerlei ontwikkelingen in en buiten onze samenleving waar we ons aan moeten aanpassen. Neem (bijvoorbeeld) de balans tussen vrijheid en privacy. Die is niet in beton gegoten."

Dit belooft niet veel goeds voor het onderzoek door het kabinet naar een nieuwe Nederlandse veiligheidsorganisatie met taken en bevoegdheden als bijvoorbeeld de FBI, een gemengde veiligheidsdienst met civiele ambtenaren en met personeel met politionele (opsporings-) bevoegdheden voorzien van wapens.

Zal minister-president Schoof onder druk van de 'nieuwe' minister van Justitie en Veiligheid het in beton gegoten Trennungsgebot willen verpulveren en een gemengde inlichtingen- en opsporingsdienst in het leven roepen, of toch besluiten het geweldsmonopolie bij de Nationale politie te laten?

Zal een eerste naoorlogs ultrarechts kabinet een politiemacht belasten om met behulp van inlichtingenmiddelen politiek extremisme te monitoren, politieke activiteiten te controleren en te bestrijden? Een taakuitbreiding van het NCTV wellicht? Niets is in beton gegoten!

 

14 april 2021

NCTV een wanordelijke grabbelton

NCTV een wanordelijke grabbelton  

Met pek en veren 

Alsof het een canonliedje was, zongen journalisten deze afgelopen dagen de oorspronkelijke teksten van een artikel van de NRC over “Onmin en uitglijders” bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) uit volle borst mee. Het liedje beschrijft hoe NCTV-medewerkers, chefs en in het bijzonder Paul Abels door collega’s, met pek en veren werden ingesmeerd en door journalisten aan de schandpaal werden genageld.

Bij de NCTV komen meningsverschillen tussen jongere en oudere medewerkers, allochtonen en autochtonen, gelovigen en ongelovigen, gestaald kader en nieuwkomers niet vaak naar buiten. Bij de Coördinator gaan de meningsverschillen over de aanpak van openbare orde, over terrorismebestrijding en over verbreding in de aandacht voor ‘de’ islam. Bij gebrekkige interactie tussen leiding en werkvloer, sudderen meningsverschillen door en loopt de druk op de ketel (te) hoog op. Dan zoekt de spanning een andere uitweg, in bovengenoemd geval, richting de media.

Grabbelton

De coördinerende taak van de NCTV mag bekend worden verondersteld, de resultaten laten zich regelmatig lezen in allerlei rapportages en in de media. Soms uitstekend onderbouwd, soms goed, soms onder de maat. Die onderbouwingen zijn gebaseerd op uiteenlopende gegevens uit een grote grabbelton, die dagelijks wordt gevuld door allerlei overheidsinstanties. Die wanordelijke brei gegevens moet worden geduid. Vaak moeten analisten van de NCTV terug naar de oorspronkelijke leveranciers om verduidelijking en preciezere betekenis van die gegevens te vragen.

Soms blijkt dat enkele leveranciers, zoals AIVD en MIVD volgens de wet geen nadere gegevens kunnen of mogen leveren. Naast de beperkende bronbescherming, mogen Inlichtingendiensten volgens Nederlandse en Europese wetgeving niet stelselmatig uit open bronnen - zoals internet - gegevens van personen verzamelen. Bovendien vindt de AIVD dat hij zeker geen onderzoeken rakend aan de openbare orde of het strafrecht mag uitvoeren. Op deze manier wordt de analist van de NCTV gedwongen zelf meer te onderzoeken, al ontbreekt de wettelijke basis.

Politieke druk


Waar wet- en regelgeving achterblijft, wordt de NCTV’er creatief om toch aan de hoge verwachtingen van politiek en bestuur te kunnen voldoen. De minister-president, het kabinet, de Tweede Kamer, hoge ambtenaren als SG’s en DG’s betuigen immers met regelmaat hun grote tevredenheid. Ambtelijke betrekkingen op hoog niveau mondden uit in vriendschappelijke relaties. Vervolgens zetten diepe wensen en hoge verwachtingen van politiek en bestuur weer enorme druk op de resultaten.

Waar inlichtingendiensten, mede gedwongen door toezichthouders zich aan de wet houden, daar neemt de politieke druk op de NCTV buitenproportioneel toe. Ook zonder wettelijke grondslag eist de Kamer toch snelle resultaten. Dat dwingt de analisten tot creativiteit; ‘Tom Poes verzin een list’.

Die listen vertaalden zich in ongeoorloofde stelselmatige zoektochten en digitale volgacties onder valse vlag naar potentieel gevaarlijke burgers. Wie zegt dat er niet ongeoorloofd wordt getapt of gehackt? Alles is nu mogelijk.

Het geval wil dat vanwege bezuinigingen in 2015 medewerkers van de AIVD overstapten naar de NCTV. En dat waren niet de domsten. Zij brachten ervaring in het inlichtingenwerk en slimme ideeën mee, daar was de NCTV blij mee. Een aantal jaren later kwam een nieuwe golf personeel de Terrorismebestrijder versterken. Jonge mensen die misschien beter de weg wisten op het wereldwijde web. Ook daar was de NCTV blij mee.

De kat, de bel

Het tij keerde. Scoringsdrift liep uit de hand, medewerkers gingen voor eigen eer en glorie, het ‘bedrijf’ kwam op de tweede plaats. De gevestigde orde moest soms onderzoeksresultaten en rapportages relativeren, laten herschrijven of vertragen. Het knetterde op de gang. Er moest snel wat gebeuren. Maar ambtelijke molens malen langzaam en ongeduldige jonge
medewerkers bonden met de hulp van de NRC de spreekwoordelijke kat een luidruchtige, vals klinkende bel aan.

Het resultaat van deze vlucht naar voren zal, behoudens obligate Kamervragen en -antwoorden, strengere wet- en regelgeving opleveren, een mogelijk onderzoek door de Rekenkamer en de waarschijnlijke installatie van een Toezichthouder.

De Tweede kamer

Dat werd hoogtijd, want hoe verdeeld de interne verhoudingen ook zijn en hoe groot de bestuurlijke en politieke druk ook was, de NCTV ging stelselmatig zijn boekje te buiten. De keerzijde van te nemen politieke maatregelen is dat het werk van de Coördinator onder nog grotere druk zal komen te staan. Daarmee wordt de kwaliteit van terrorismebestrijding niet gediend.

Dat de Tweede Kamer geen goed doordachte uitspraken doeT over kwesties waar beleid, wetgeving en uitvoering door elkaar kronkelen, heeft recente parlementaire geschiedenis ons wel geleerd.

 

9 april 2018

Wegingsnotitie inlichtingendiensten in categorie ‘kantklossen’



Minister-president Rutte, 

‘champions league kantklosser'

Na het referendum over de in de volksmond en door sommige media genoemde ‘sleepwet’ (de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten / Wiv2017) bevinden de voor- en tegenstanders zich nog steeds in de loopgraven van voor die tijd.


Minister-president Rutte bleek opnieuw meester om bestaande beleidsregels te voorzien van een zogenaamd nieuw patroon en in staat zichzelf te verheffen tot de permanent gepraktiseerde kantkloskunst.


In ‘zijn’ kabinetsbrief van 6 april 2018 (2018-0000207965) schrijf hij dat - vanwege zorgen bij de bevolking over de uitvoering van de wet – het kabinet “de nadrukkelijke wens (heeft) om de waarborgen uit de wet op onderdelen te verduidelijken” en de uitvoering in de praktijk “zo nodig in te perken door middel van beleidsregels”, maar dan wel zo dat de AIVD en de MIVD er geen nadeel van zullen ondervinden. 

Gallemiezen


Dat lijkt op ‘champions league kantklossen met oude patronen’ en daarom begrijp ik de onvrede bij tegenstanders van de wet over deze 'wijzigingen van cosmetische aard'. Maar net zoals bij gewone onderhandelingen; het komt bijna nooit voor dat je op alle punten wint.

Vanwege technologische ontwikkelingen en de internationalisering van de terrorismedreiging moeten de diensten meegaan met de tijd. Daar zijn voor- en tegenstanders het wel over eens. En ook over het verscherpte toezicht op de uitvoering van deze wet wordt grotendeels positief geoordeeld.

Tijdens debatten en hoorzittingen in allerlei zaaltjes in Nederland voorafgaand aan het referendum werden niet altijd goede argumenten tegen de wet gehoord. De tegenstanders waren vooral overtuigd van hun eigen onmacht, zich vertalend in totaal wantrouwen in de hele overheid. Wantrouwen en angst die hand in hand te hoop liepen tegen onverschillig optredende politici, die daardoor de acceptatie voor deze wet en begrip voor de werkwijzen van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten verder naar de gallemiezen hielpen.

Hoe beoordeel je ‘specifieke waarden’ van een democratie, wie heeft daar objectieve maatstaven voor en hoe lang is die specificatie houdbaar?

Een belangrijk, zo niet  HET  belangrijkste, kritiekpunt op deze inlichtingenwet is het delen van ongeëvalueerde bulkdata met andere ‘niet democratische’ landen, gekoppeld aan de angst van Nederlandse burgers dat persoonsgegevens in handen zouden komen van buitenlandse dictators.

Het kabinet gaat ervan uit dat de AIVD en de MIVD er zelf in slagen een afweging te maken met welke buitenlandse diensten zij wel of niet kunnen samenwerken en of met die diensten informatie wordt uitgewisseld. Met andere woorden, de Nederlandse regering laat gemakshalve de beoordeling van ‘veilige samenwerking met buitenlandse inlichtingendiensten’ over aan de inlichtingen- en veiligheidsdiensten zelf.  

Al met al, een regering, een kabinet en een parlement die uitvoering van werkzaamheden zoals gewoonlijk overlaat aan inlichtingendiensten zelf. Een volstrekt begrijpelijke keuze die opnieuw duidelijk maakt dat politici geen snars verstand hebben van inlichtingenwerk.

Het is volstrekt onzinnig te denken dat de Nederlandse diensten objectief kunnen beoordelen of en in welke mate een land,
- de mensenrechten naleeft,
- of de dienst democratisch is ingebed,
- of de dienst betrouwbaar en professioneel is,
- op welke wijze de dienst haar gegevens beschermt
- welke wettelijke bevoegdheden en mogelijkheden een dienst heeft en
- hoe het toezicht daarop georganiseerd is.

Vervolgens zegt het kabinet dat wanneer “een land minder [minder dan?] voldoet aan deze criteria, zullen de AIVD en MIVD terughoudender [terughoudender dan?] zijn met het uitwisselen van ‘gevoelige’ [wat is gevoelig?] informatie om te voorkomen [hoe doe je dat?] dat daar op ongewenste [hoe stel je dat vast?] manier gebruik van wordt gemaakt.


Wegingsnotities over samenwerking met democratische inlichtingendiensten hoort thuis in de categorie ‘kantklossen’


Hoe definieer je ‘specifieke waarden’ van een democratie, wie stelt daar objectieve maatstaven voor vast en hoe lang is die specificatie houdbaar?
Is de mening van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse zaken maatgevend? Of van de Verenigde Naties, WRR, Clingendael, universiteiten, de onafhankelijke toetsingscommissie TIB, of de toezichthouder op de inlichtingendiensten CTIVD? Het overlaten van die beoordeling aan Wikipedia lijkt onzinnig!

En dan de meest bespottelijke opmerking van het kabinet over het delen van ongeëvalueerde bulkdata met andere ‘niet democratische’ landen: “De verantwoordelijk ministers zullen streng toezien op de tijdige afronding van de wegingsnotities en op het delen van ongeëvalueerde gegevens”.
In de wetenschap dat de ministers van Binnenlandse zaken en van Defensie daartoe nooit in staat kunnen en zullen zijn, wordt “de CTIVD (..) gevraagd hierover aan de Tweede Kamer te rapporteren” en mee te nemen naar de wetsevaluatie over twee jaar.  

CTIVD in rol van aanjager?


De ervaring leert dat dit een hele kluif wordt voor de CTIVD. Niet vanwege onkunde of gebrek aan inzicht en toegang binnen de diensten, maar vooral omdat het de AIVD (en MIVD) al decennia lang zelf niet is gelukt om intern - permanent of ad hoc - die afwegingen over samenwerking met welke diensten dan ook structureel vorm te geven.

Moet de CTIVD hier soms de rol van aanjager binnen de diensten op zich nemen en ervoor zorgen dat wegingsnotities als waarborg in de samenwerking met alle buitenlandse diensten nog dit jaar worden opgesteld?

Gezien de onstandvastige politici en de onvoorspelbare geopolitieke ontwikkelingen in de Midden- en Oost-Europese landen wordt het opstellen van wegingsnotities over deze landen, vooral binnen de Europese Counter Terrorism Group (CTG), een hobby die past in de categorie ‘kantklossen’.

Al met al, een regering, een kabinet en ongetwijfeld een parlement dat de uitvoering van werkzaamheden zoals gebruikelijk overlaat aan de inlichtingendiensten zelf. Een volstrekt begrijpelijke keuze omdat dit opnieuw duidelijk maakt dat politici geen snars verstand hebben van inlichtingenwerk.

10 maart 2014

Commissie van Toezicht I & V-diensten (CTIVD) moet worden opgeknipt.

De Commissie van Toezicht Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) moet worden opgeknipt. De toezichthouders uit die commissie vormen straks de nieuwe staf van de Tweede Kamercommissie "Stiekem" en het andere deel gaat mede adviseren over de operationele aansturing van de twee Nederlandse inlichtingendiensten.

De Kamer moet juist nu in één keer het parlementaire toezicht van de eigen commissie "Stiekem" versterken en de inlichtingendiensten in een adviesraad onderbrengen bij de minister-president.




Discussie over afluisteren is sexy bijzaak
Vooruitlopend op een reactie van de regering op het advies van de evaluatiecommissie Dessens, bestoken de media ons vooral met beschouwingen over het aftappen van kabelgebonden en niet-kabelgebonden communicatie door de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten MIVD en AIVD. Jammer genoeg is echter pijnlijk duidelijk geworden dat er alleen maar wordt gekletst over het kennelijk sexy onderwerp afluisteren. Dat verkoopt wel goed, maar het is een bijzaak die afleidt van de hoofdzaak.

Grootscheepse reorganisatie

Een dergelijke discussie over het afluisteren door inlichtingendiensten is echt maar bijzaak. Dit neemt niet weg dat het afluisteren goed geregeld moet zijn of worden, maar de hoofdzaak is de noodzakelijke grootscheepse reorganisatie van de inlichtingendiensten. Door gebrek aan kennis en visie bij veel Kamerleden en bij de media wordt de hoofdzaak zwaar onderbelicht. Je kunt niet zomaar een paar spelregels wijzigen zonder het speelveld aan te passen. Dat getuigt van kortzichtigheid. 

CTIVD moet worden opgesplitst

De commissie Dessens wil dat er zowel beter wordt gestuurd op de inhoudelijke operationele processen, als dat er een politiek onafhankelijke controle plaatsvindt. Het is helaas een ongelukkige keuze van Dessens om zowel de aansturing als de controle onder te brengen bij de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). Sturing en controle kunnen niet samen in één commissie. Daarom moet de CTIVD worden opgesplitst in een deel toezichthouders en in een deel ter versterking van de sturing op de operationele processen. 

Uitbreiding sectie "Stiekem"

Die toezichthouders vormen straks de nieuwe staf ter versterking van de geheime Tweede Kamercommissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, de CIVD of "commissie Stiekem". Vanzelfsprekend zal hierdoor de kennis, het politiek gewenste noodzakelijke toezicht, als ook de effectiviteit van de CIVD worden versterkt. Ook zal de informatie aangeleverd door inlichtingendiensten beter kunnen worden beoordeeld. 

Operationeel sturende I&V-adviesraad

Het andere deel van de CTIVD gaat zich enkel bezighouden met de aansturing van de operationele processen. Dat kan in een nieuwe I&V-adviesraad, waarvan ook medewerkers van beide inlichtingendiensten deel uitmaken. Door de operationele begeleiding een prominentere plaats te geven in deze I&V-adviesraad, wordt de samenwerking tussen de AIVD en de MIVD versterkt. Een leidend driemanschap van de SG's van Defensie, Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties en Algemene Zaken, zal gezamenlijk de ambtelijke verantwoordelijkheid dragen voor de coördinerende aansturing van de diensten en de samenwerking moeten begeleiden of indien nodig afdwingen.

De driekoppige adviesraad kan naar behoefte tijdelijk - of zelfs permanent - worden uitgebreid met vertegenwoordigers van andere ministeries als Veiligheid & Justitie (politie, OM, NCTV, NCSC) en Buitenlandse Zaken en indien gewenst met afgevaardigden uit het Nederlandse bedrijfsleven.

Het benoemen van de SG van AZ tot voorzitter houdt in dat de ministeriële verantwoordelijkheid voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten komt te liggen bij de minister-president. 

Conclusie

Toezicht op en operationele aansturing van de inlichtingendiensten worden gesplitst. Voortdurende botsingen tussen AIVD en MIVD enerzijds en tussen de ministers van Defensie en BZK anderzijds, zullen worden weggenomen omdat het ministerie van Algemene Zaken eindverantwoordelijk is.

De Kamer moet juist nu in één keer de hele machinerie in Nederland aanpakken. Zowel door het parlementaire toezicht van de eigen commissie "Stiekem" te versterken, als door een I&V-adviesraad en dus de beide inlichtingendiensten onder te brengen bij de Minister-president. Dat is de hoofdzaak.


Binnenlandse Veiligheidsdienst BVD voorkomt terreuraanslag

Het is 5 september 1975 Nederland is 50 jaar geleden ontsnapt aan Syrische terroristische aanslag Palestijnse terroristen plegen regelmatig ...