Vertrouwen Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) en inlichtingen- en veiligheidsdiensten AIVD en MIVD geschaad
&
Na twee jaar nog steeds geen goede balans tussen operationele noodzaak van AIVD en MIVD en de rechtsbescherming van de burger. De TIB ontdekt te vaak onregelmatigheden
De TIB schrijft in haar jaarverslag dat de inlichtingen- en veiligheidsdiensten AIVD en MIVD bij verzoeken om inzet van bepaalde bijzondere bevoegdheden de toetsingscommissie niet altijd volledig en een aantal malen ook onjuist heeft geïnformeerd. Dat laat de noodzaak zien dat de commissie alert moet blijven en dat haar bestaan legitiem is.
De toetsingscommissie is zelfs geneigd zich als een extra controlerend juridisch onderdeel van de diensten te profileren. Uit het jaarverslag blijkt dat verzoeken op basis van enkel en alleen het schriftelijke verzoek als ‘rechtmatig’ of als ‘onrechtmatig’ worden beoordeeld.
Met enige regelmaat is het echter nodig om verhelderende vragen aan de diensten te stellen en vindt een definitieve beoordeling plaats na beantwoording daarvan. Het komt meer dan eens voor dat verzoeken gebreken vertonen, terwijl het de taak is van de afdelingen 'juridische zaken' van de diensten die gebreken te voorkomen, voordat die verzoeken naar de TIB worden gestuurd.
Bovendien moet de TIB vaststellen of aan alle wettelijke vereisten wordt voldaan en beoordeelt daarnà verzoeken die met kleine verbeteringen opnieuw worden ingediend. Een taak die eigenlijk door de diensten zelf moet worden uitgevoerd.
Obstructie DG AIVD Rob Bertholee
Het is niet
waarschijnlijk dat de AIVD en MIVD structureel onjuiste informatie verstrekten.
De TIB noemt echter wel een dissonant uit de jaren 2018 en 2019. In één
individuele casus is komen vast te staan dat het toenmalige hoofd AIVD, Rob
Bertholee, het niet nodig vond bepaalde informatie aan de TIB te verstrekken,
terwijl hij wel degelijk wist dat die informatie relevant was voor de
beoordeling. Dat is schadelijk voor de vertrouwensrelatie tussen de TIB en de
AIVD. Vooraf toetsen is in veel gevallen dus noodzakelijk gebleken.
Verstoring operationele onderzoeken
Zoals altijd zijn er meer kanten aan een verhaal. Het te nauwgezet
toepassen van wetten, artikelen en regeltjes kunnen het inlichtingenproces
ongewenst vertragen of zelfs stoppen. Het afwijzen door de TIB van verzoeken
tot uitbreiding van onderzoekscapaciteit verstoort de noodzakelijke
continuïteit in lopende inlichtingenoperaties. Het niet mogen doorpakken naar vervolgonderzoeken
is schadelijk in een proces van ‘logische intelligence’.
Voor mensen die weinig of niets weten van ‘inlichtingenwerk
in uitvoering’ en zelfs inlichtingenwerk en opsporingsactiviteiten door elkaar halen
geef ik een simpele vergelijking. ‘Spionnenwerk’ lijkt op het(on)gericht zoeken
naar artikelen in bijvoorbeeld bouwmarkten of het browsen op websites van mode-
of meubelzaken. Na het vinden van gewenste artikelen wordt vaak gezocht naar
bijpassende accessoires als hoed, das, gordijnen of vloerkleed. Websites vermelden
ook zelf: “Klanten die dit item hebben gekocht, kochten ook...’. Eerst nieuw boodschappenbriefje maken zoals de
TIB dat wil, is dan raar.
AIVD en MIVD nog veel in het nadeel
In het inlichtingenproces herkennen we deze methodiek. De
AIVD zoekt maar vindt
toevallig ook nog iets anders. Dat heet bijvangst en leidt vaak tot nieuw onderzoek.
Dit inlichtingenproces moet met zo weinig formele tussenstops of herstarts
plaatsvinden, omdat de continuïteit en de dynamiek de resultaten ten goede
zullen komen.
Dat moet de TIB dan niet als ‘onrechtmatig’ afkeuren. Het is
namelijk prima te verdedigen dat verkenningen van zijwegen in reeds lopende operationele
onderzoeken, vanwege de geboden accuratesse en snelheid niet langer (nogmaals)
vooraf worden getoetst.
Doodzonde
Samenvattend. Het onzorgvuldig informeren van de TIB door de
AIVD moet worden voorkomen. Een bewust foutief of weigeren te informeren van de
TIB is een doodzonde, die sancties tot gevolg moet hebben. De TIB heeft
aangetoond dat zij nog bestaansrecht heeft. De commissie is zelfs geneigd zich
als een extra controlerend juridisch onderdeel van de diensten te profileren.
Tenslotte moet in de evaluatie van de wet (WIV 2017) later
dit jaar bijzondere aandacht worden besteed aan de verhouding prestatiedruk van
het inlichtingenwerk versus de mate van toetsing en toezicht. Belangrijk is dat
zichtbaar wordt of processen en methoden niet te vaak tussentijds onnodig worden
vertraagd, verstoord of zelfs gestopt.
Het blijft voor alle partijen een uitdaging de goede balans te vinden tussen de continuïteit van operationele methodieken van het inlichtingenwerk en het voldoen aan vertragende verplichtingen in de wet.
De bureaucratie van de TIB - hoe wettig ook- zorgt dat balans nu te veel in het nadeel van de AIVD en MIVD uitslaat.