Gemangeld tussen media, parlement en een zwakke minister is de AIVD als ooit trotse hoeder van de democratie verworden tot een tandeloos instituut met steeds minder statuur en invloed
"Wil AIVD
overleven, dan moet afscheid genomen worden van huidige 'dienaren' in de
top"
|
Slechte naam
De AIVD heeft een slechte naam bij het merendeel van de
Nederlandse bevolking. Om deze reden verschijnen met enige regelmaat in de
media oproepen van inlichtingenexperts om te komen tot een breed maatschappelijk
en politiek debat over de taken en werkwijzen van de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten (I&V) in Nederland, de AIVD en de MIVD. Maar
tegelijkertijd wordt de parlementariërs in de Tweede Kamer verweten daartoe
niet in staat te zijn en bovenal partijpolitiek te bedrijven.
Tweede Kamerleden missen deskundigheid
Bob
de Graaff, hoogleraar Intelligence & Security Studies, beweert dat
Tweede Kamerleden de deskundigheid missen die nodig is om het debat naar een
hoger plan te tillen. Constant
Hijzen, promovendus aan de Universiteit Leiden, voegt daaraan toe:
"Voordat de Kamer accepteert dat het kabinet de portemonnee trekt (...)
zou ook in tijden van toegenomen dreiging veel preciezer moeten worden
gediscussieerd over wat de AIVD en MIVD zouden moeten en mogen, hoeveel geld
daarvoor nodig is en wat de opbrengst van hun inspanningen moet zijn".
AIVD moet zelf vechten
Maar wanneer de Tweede Kamer wordt verweten geen
politieke afweging te kunnen maken over het bestaansrecht van de I&V-diensten,
is de vraag gerechtvaardigd wie dat dan wel moet doen. Dan moet de AIVD zelf
gaan vechten voor zijn eigen maatschappelijke bestaansrecht, het liefst
ondersteund door 'binnenlands bestuur'. Je kunt beter nog kiezen voor een
overkoepelend en sturinggevend
apparaat waarin onafhankelijke bestuurlijk verantwoordelijken en
intelligence professionals zitting hebben.
De Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdienst AIVD
heeft dringend groot onderhoud nodig. Na bijna zeventig jaar trouwe dienst laat
de oude baas een beetje met zich sollen. Voortdurend gemangeld tussen media,
parlement en een zwakke minister is de ooit zo trotse hoeder van de democratie
verworden tot een tandeloos instituut met steeds minder statuur en invloed.
Als niemand meer met je wilt of kan meedenken en slechts
alleen over je lacht, dan doe je iets niet goed. Van afstand lijkt het er op
dat de AIVD zich laat ondersneeuwen. Een 70 jaar oude en in zichzelf murmelende
grijsaard, die in tegenstelling tot zijn concurrenten, oude paden blijft
belopen en de veranderende maatschappij niet meer kan bijhouden?
Instortingsgevaar
Een waslijstje maakt duidelijk dat de AIVD in zwaar weer
verkeert en een politieke speelbal dreigt te worden.
Taken van de AIVD zijn overgenomen en ingevuld door de
Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Op de website staat keihard te lezen
dat de NCTV binnen de Rijksoverheid als enige verantwoordelijk is voor
terrorismebestrijding, cyber security, nationale veiligheid en crisisbeheersing.
Een dergelijke formulering hoort thuis op de website van een standvastige AIVD.
De Tweede Kamer kan of wil geen ondersteuning bieden.
Media (zelfs filmmakers) kunnen vaak ongefundeerde en provocerende kritiek
spuien, waartegen de AIVD zelf zich niet kan en mag verweren vanwege het
mediabeleid bij het 'moederdepartement' Binnenlandse zaken (BZK).

Opstandig leiderschap noodzakelijk
De AIVD moet na bijna zeventig jaar aan mooie
geschiedenis zich heel snel minder dienstbaar, dociel en onderdanig gaan
opstellen. Misschien dat de houding om 'zich zonder commentaar altijd te
schikken naar het gezag' passend is voor andere beroepsgroepen zoals
politieambtenaren en militairen. Dat past een dienst als de AIVD niet! Het is
tijd dat de AIVD opstandiger leiderschap toont tegenover de minister, Kabinet,
Kamerleden en media.
De AIVD zal zijn toonaangevende plaats in de maatschappij
moeten terug veroveren. Wanneer de AIVD wil of moet blijven bestaan, zal
afscheid genomen moeten worden van de zittende dienaren in de top van de
dienst. In de huidige alarmfase is schreeuwend behoefte aan topambtenaren, aan
krachtdadige topbestuurders uit de buitencategorie van bijvoorbeeld Arthur
Docters van Leeuwen, die een bestuurlijke reorganisatie aandurven.
Wanneer dat succesvol verloopt, zijn debatten over
politieke aansturing overbodig.