10 maart 2014

Commissie van Toezicht I & V-diensten (CTIVD) moet worden opgeknipt.

De Commissie van Toezicht Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) moet worden opgeknipt. De toezichthouders uit die commissie vormen straks de nieuwe staf van de Tweede Kamercommissie "Stiekem" en het andere deel gaat mede adviseren over de operationele aansturing van de twee Nederlandse inlichtingendiensten.

De Kamer moet juist nu in één keer het parlementaire toezicht van de eigen commissie "Stiekem" versterken en de inlichtingendiensten in een adviesraad onderbrengen bij de minister-president.




Discussie over afluisteren is sexy bijzaak
Vooruitlopend op een reactie van de regering op het advies van de evaluatiecommissie Dessens, bestoken de media ons vooral met beschouwingen over het aftappen van kabelgebonden en niet-kabelgebonden communicatie door de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten MIVD en AIVD. Jammer genoeg is echter pijnlijk duidelijk geworden dat er alleen maar wordt gekletst over het kennelijk sexy onderwerp afluisteren. Dat verkoopt wel goed, maar het is een bijzaak die afleidt van de hoofdzaak.

Grootscheepse reorganisatie

Een dergelijke discussie over het afluisteren door inlichtingendiensten is echt maar bijzaak. Dit neemt niet weg dat het afluisteren goed geregeld moet zijn of worden, maar de hoofdzaak is de noodzakelijke grootscheepse reorganisatie van de inlichtingendiensten. Door gebrek aan kennis en visie bij veel Kamerleden en bij de media wordt de hoofdzaak zwaar onderbelicht. Je kunt niet zomaar een paar spelregels wijzigen zonder het speelveld aan te passen. Dat getuigt van kortzichtigheid. 

CTIVD moet worden opgesplitst

De commissie Dessens wil dat er zowel beter wordt gestuurd op de inhoudelijke operationele processen, als dat er een politiek onafhankelijke controle plaatsvindt. Het is helaas een ongelukkige keuze van Dessens om zowel de aansturing als de controle onder te brengen bij de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). Sturing en controle kunnen niet samen in één commissie. Daarom moet de CTIVD worden opgesplitst in een deel toezichthouders en in een deel ter versterking van de sturing op de operationele processen. 

Uitbreiding sectie "Stiekem"

Die toezichthouders vormen straks de nieuwe staf ter versterking van de geheime Tweede Kamercommissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, de CIVD of "commissie Stiekem". Vanzelfsprekend zal hierdoor de kennis, het politiek gewenste noodzakelijke toezicht, als ook de effectiviteit van de CIVD worden versterkt. Ook zal de informatie aangeleverd door inlichtingendiensten beter kunnen worden beoordeeld. 

Operationeel sturende I&V-adviesraad

Het andere deel van de CTIVD gaat zich enkel bezighouden met de aansturing van de operationele processen. Dat kan in een nieuwe I&V-adviesraad, waarvan ook medewerkers van beide inlichtingendiensten deel uitmaken. Door de operationele begeleiding een prominentere plaats te geven in deze I&V-adviesraad, wordt de samenwerking tussen de AIVD en de MIVD versterkt. Een leidend driemanschap van de SG's van Defensie, Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties en Algemene Zaken, zal gezamenlijk de ambtelijke verantwoordelijkheid dragen voor de coördinerende aansturing van de diensten en de samenwerking moeten begeleiden of indien nodig afdwingen.

De driekoppige adviesraad kan naar behoefte tijdelijk - of zelfs permanent - worden uitgebreid met vertegenwoordigers van andere ministeries als Veiligheid & Justitie (politie, OM, NCTV, NCSC) en Buitenlandse Zaken en indien gewenst met afgevaardigden uit het Nederlandse bedrijfsleven.

Het benoemen van de SG van AZ tot voorzitter houdt in dat de ministeriële verantwoordelijkheid voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten komt te liggen bij de minister-president. 

Conclusie

Toezicht op en operationele aansturing van de inlichtingendiensten worden gesplitst. Voortdurende botsingen tussen AIVD en MIVD enerzijds en tussen de ministers van Defensie en BZK anderzijds, zullen worden weggenomen omdat het ministerie van Algemene Zaken eindverantwoordelijk is.

De Kamer moet juist nu in één keer de hele machinerie in Nederland aanpakken. Zowel door het parlementaire toezicht van de eigen commissie "Stiekem" te versterken, als door een I&V-adviesraad en dus de beide inlichtingendiensten onder te brengen bij de Minister-president. Dat is de hoofdzaak.


2 maart 2014

NCTV overdrijft terreurdreiging of verzwijgt iets

De overheid doet over terreurdreiging geheimzinnig en onthoudt de burger essentiële informatie

De twintig jihadstrijders rechtvaardigen de hoge terreurdreiging niet meer. Dan lijkt het aannemelijk dat justitie overdrijft, of beschikt over gegevens die de Nederlandse overheid veel angst inboezemen, maar niet deelt met de burgers.  

"Burgers moeten zo goed mogelijk worden geïnformeerd over de gevaren die zij kunnen lopen"

De Nationale Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) van het ministerie van Veiligheid en Justitie denkt dat de kans op een terroristische aanslag in Nederland reëel is. De dreiging is nu op het een na hoogste niveau en dus substantieel. De argumentatie daarvoor is diffuus en gedeeltelijk zelfs onwaar. De Nederlandse burger merkt helemaal niets van een kritieke situatie.

Dreiging door jihadstrijders uit Syrië
De NCTV suggereert dat er in Nederland een grote terreurdreiging uitgaat van jihadstrijders die uit Syrië zijn teruggekeerd in Nederland. Het gaat dan om ruim twintig (!) avonturiers met en zonder gevechtservaring. Waartegen die dreiging is gericht, zegt de NCTV niet. Dat kan strategie zijn. Maar de NCTV geeft in het bericht ook geen aanwijzingen wanneer de dreiging zich zou kunnen gaan manifesteren en blijkt niet in staat de Nederlandse burger duidelijk maken waarom er sprake is van een substantiële dreiging.

Drones boven woonwijken
Justitie zelf neemt een hele serie maatregelen om de mogelijke dreiging van deze twintig jihadstrijders in te dammen, want het is eenvoudig persoonlijke gegevens, mobiliteit en activiteiten, zowel in de echte als in de digitale wereld in kaart te brengen. Zeker met de hulp van welzijnswerkers, wijkagenten, informanten, familieleden en buurtgenoten.

Vervolgens worden paspoorten vervallen verklaard, worden reisgegevens uitgebreider vastgelegd, ronselaars worden vervolgd en in hechtenis genomen en financiële tegoeden bevroren.

Vanzelfsprekend worden de twintig potentiële terroristen door civiele, militaire en politie-inlichtingendiensten afgeluisterd, onder (camera-)observatie gesteld en hun telefoons en computers gehackt. De samenwerking tussen politie en defensie laat het zelfs toe om boven woonwijken drones in te zetten. En tot slot is er nog de mogelijkheid deze jihadstrijders preventief op te sluiten.
Over welke substantiële dreiging hebben we het dan nog?

Onderzoek naar de dreigings- en risicoanalyses
Het is een ware prestatie van een klein aantal uit Syrië teruggekeerde jongelui om het Nederlandse veiligheidsapparaat compleet te gijzelen, de hele Nederlandse samenleving te ontwrichten en eigenlijk niets anders te doen dan een aanslag op de schatkist te plegen.

Een normaal denkend mens komt al snel tot de conclusie dat deze twintig jihadstrijders volledig zijn "kaltgestelt". Dan kan je als overheid moeilijk volhouden dat er van deze twintig jongelui een substantiële terreurdreiging uit gaat. Hoewel de argumentatie van de overheid aan alle kanten rammelt, blijft het dreigingsniveau toch gehandhaafd.
Het lijkt dan aannemelijk dat justitie beschikt over andere gegevens, bijvoorbeeld uit het buitenland, die de Nederlandse overheid zoveel angst inboezemen dat zij zich gedwongen voelt over te gaan tot het doen van exorbitant hoge uitgaven voor beveiligingsdoeleinden en het dreigingsniveau hoog houdt.

Bob Hoogenboom, hoogleraar politie- en veiligheidsstudies, zegt in een artikel in 'Trouw' dat de overheid meer verantwoording moet afleggen over 'draconische beveiligingsmaatregelen'. Hij wil ook een onderzoek naar de dreigings- en risicoanalyses.
Met hem zeg ik 'wat geheim is, moet geheim blijven'. Maar er wordt nu te veel informatie achtergehouden die openbaar gemaakt had kunnen of zelfs moeten worden.
Geheimhouding kan ook voortvloeien uit faalangst van beleidsmakers, bestuurders en politici, gevoed door onwetendheid en gevreesde imagoschade.

De Nederlandse overheid heeft een belangrijke rol in de voorlichting aan de burgers op momenten dat het land groot gevaar loopt vanwege terroristische aanslagen. Die burgers moeten zo goed mogelijk worden geïnformeerd over de gevaren die zij kunnen lopen. Onnodige geheimhouding verstoort die overheidstaak en  brengt de burgerij onvermijdelijk in gevaar.

Geheimzinnigheid is niet sexy
De overheid schiet te kort wanneer er een overtuigend verhaal moet worden verteld over de noodzaak van epische beveiligingsmaatregelen. Het lijkt sexy om geheimzinniger te doen dan strikt noodzakelijk. De burger wordt dan essentiële gegevens onthouden.

Voorlopig blijft de NCTV met droge ogen beweren dat de dreiging afkomstig is van een klein groepje jihadstrijders uit Syrië. Dat is een drogreden. Dat is stemmingmakerij.



Overheidssurveillance is ook inlichtingenwerk

Bits of Freedom verwart politieonderzoek met discriminatie In TROUW van vrijdag 23 februari 2024 beticht Lotte Houweling van Bits of Free...